Manuel Antonio National Park is een van de kleinste maar ook drukstbezochte nationale parken van Costa Rica. Regenwoud en strand komen hier bij elkaar en dat trekt heel veel dieren aan.
Het is druk in het nationale park. Per jaar bezoeken bijna 150.000 toeristen Manuel Antonio. Er is een bezoekerslimiet van 800 mensen per dag. Maar op een doordeweekse dag in het laagseizoen, kun je een van de witte zandstranden helemaal voor jezelf hebben.
Met een oppervlakte van zestien vierkante kilometer is Manuel Antonio het kleinste beschermde gebied van Costa Rica. In een a twee dagen kun je het park verkennen. Je ontspant op de stranden, snorkelt in de baai en gaat op zoek naar dieren in de jungle.
Dieren spotten
Het blijft altijd de vraag welke van de 109 diersoorten zich die dag laat zien. Houd je ogen goed open. Trage hagedissen, bontgekleurde vogels en luidruchtige aapjes zijn gemakkelijk te spotten.
Maar langs het wandelpad zijn veel dieren een stuk beter verstopt. In de bosjes scharrelen wasberen naar hun lunch. Eekhoorntjes snellen vlug weg de bomen in. Bedrijvige mierenkolonies lopen in enorme kolonies onopvallend over omgevallen boomstammen. Gecamoufleerde slangen warmen zich op in de zon en in de boomtakken doen luiaards ongestoord een dutje.
Vier perfecte stranden
Na de warme wandeling zoek je een schaduwrijk plekje op een van de vier stranden. Je hebt keus uit Manuel Antonio, Espadilla Sur, Playita en Escondido. Alle vier zijn het perfecte stranden: overhangende palmbomen, wit zand, rotsige baaitjes en een doorzichtige zee.
Wil je de drukte vermijden dan is het de moeite waard om over de rotsen naar het laatste strand, Escondido, te klimmen. Het mooiste strand is echter Manuel Antonio. Een piepklein strand met wit koraalzand, waar je ook heerlijk kunt snorkelen.
Witpuntrifhaaien
Wil je de onderwaterwereld nog beter leren kennen, maak dan een tripje naar Caño Eiland. Het eiland heeft een vulkanische oorsprong en je duikt er met witpuntrifhaaien.
In Shark Cove kun je de beesten vrijwel altijd zien. De gevaarlijke haaien delen de grot met hoekige koffervissen, honderden barracuda's, platte roggen, opgeblazen kogelvissen en zwart-witte wimpelvissen.
Manuel Antonio
Hebben we je warm gemaakt? Manuel Antonio is makkelijk te bereiken. Het park ligt aan de Pacifische kust op ongeveer drie uur rijden van San José en nog geen uurtje van Jáco.
Je verblijft in het dorp Manuel Antonio of in het naastgelegen stadje Quepos. De stadjes liggen op loopafstand van het park. De plaatsen zijn puur op toeristen gericht en buiten de gigantische keuze uit hotels, hostels, restaurants, soda's en winkeltjes is het niets bijzonder.
Boek je trip overigens niet op een maandag, dan is het park gesloten. De rest van de week kun je er van zeven uur 's ochtends tot vier in de middag terecht.
Kortom, heb je weinig tijd of wil je een introductie op de natuur in Costa Rica sla Manuel Antonio niet over, maar probeer het park wel in de weekenden te vermijden.
Wat is er te doen in Manuel Antonio National Park?
- Wandel naar de 100 meter hoge top van Punta Catedral, een piepklein eiland dat met het vasteland is verbonden door een landbrug.
- Ga vogels spotten. In Manuel Antonio leven 184 vogelsoorten waaronder toekans, parkieten, valken, nachtzwaluwen, kalkoengieren en spechten.
- Huur een gids wanneer je gaat wandelen. Hij kan je wijzen op alle bijzondere dieren en planten die je zelf waarschijnlijk over het hoofd ziet.
- Een dagje surfen of boogieboarden? Net voor de ingang van het nationale park ligt nog een strand met perfecte golven.
- Ga met een boot sportvissen. In de zee sla je zonder al te veel moeite een enorme zeilvis aan de haak.