Voor de kust Nicaragua in de Caribische Zee dobberen twee eilandjes de vernoemd zijn naar het populairste gewas dat er groeit: mais. De Corn Islands zijn bedekt door een dichte jungle en omringt met witte zandstranden en helder blauw water. Palmbomen hangen over de witte stranden en zorgen voor schaduw. Waar de elektriciteit nog schaars is en waar de rum rijkelijk vloeit. In de zee zwemmen de vreemdste vissen tussen het kleurrijke koraal.
Maisvelden
Weinig mensen kennen de schoonheid van de Corn Islands, ofwel Islas del Maíz, in Nicaragua. Ooit groeide er veel maïs op deze eilandjes. De maïsvelden zijn echter al lange tijd geleden vernietigd door de vele orkanen die in dit gebied hebben gewoed.
ZELF NAAR Nicaragua?
Bekijk alle 10 reizen om de rondreis Nicaragua van je dromen te vinden
De Nicaraguaanse eilanden bestaan uit Big Corn Island en Little Corn Island. Beide Corn eilandjes liggen op ongeveer zeventig kilometer van de stad Bluefields.
Kannibalen en piraten
De oorspronkelijke bewoners van de Corn Islands zijn de Kukra Indianen, waarvan gezegd wordt dat het kannibalen waren. In de zestiende eeuw werden de eilanden ontdekt door Engelse, Nederlandse en Franse piraten, op zoek naar goud.
Vanaf eind achttiende eeuw vestigden de Britten zich definitief op de Corn Islands. Ze brachten hun Afrikaanse slaven met zich mee om het land te bewerken.
De huidige donkere bewoners van de Corn Islands zijn afstammelingen van deze Engelse kolonisten en hun slaven. Op de eilanden wordt dan ook (Caribisch) Engels gesproken. De cultuur is op de maïseilanden dus heel anders dan de cultuur van de indianen op het vasteland.
Groot maïseiland
Big Corn heeft iets meer dan 6000 inwoners en is tien vierkante kilometer groot. Je kunt Big Corn bereiken per boot, maar ook per vliegtuig.
De zon gaat onder. Een houten pier leidt vanaf South West Beach naar Caribische Zee. In je hand houdt je een glas Flor de Caña, de beroemde Nicaraguaanse rum. Je voeten bungelen in het kristalheldere water. Een rog zwemt rustig over de bodem, alsof hij geen angst kent.
Het strand van Big Corn krijgt een sprookjesachtig uiterlijk door de oranje gloed van de zonsondergang. De groene palmbomen hangen over het verlaten strand alsof ze vermoeid zijn van de dag.
Vulkanisch steen
De meeste bezoekers van de Maïseilanden komen om te duiken. Op 25 kilometer van Big Corn ligt de Blowing Rock. Als je komt aanvaren zie je de zwarte rotsen van deze vulkanische berg net boven het wateroppervlak uitsteken.
De berg bestaat uit steen en koraal. Net onder het wateroppervlak zijn prachtige rotsformaties te zien. Iets dieper zwemmen verpleegsterhaaien, groene schildpadden en tropische vissen vredig tussen het koraal en steen door.
Kleine Maïs
Met een panga, een veerboot, vaar je binnen dertig minuten van Big Corn naar Little Corn. Met een oppervlakte van drie vierkante kilometer is Little Corn een stuk kleiner dan zijn grote broer. Er wonen ongeveer 1200 menen op dit kleine eiland. Alles is te belopen, er zijn dan ook geen wegen of auto's.
Elektriciteit is schaars op Little Corn. De meeste inwoners gebruiken zonne-of windenergie en kunnen slechts een paar uur per dag gebruik maken van elektriciteit.
Aan de oostkant van Little Corn staat vaak een sterke wind, wat lekker is tijdens tropische dagen. Het hele jaar door ligt de temperatuur op de Corn Islands rond de 30 graden.
Vliegende vissen
Kleurrijk koraalrif ligt op een steenworp afstand en omringt het gehele Little Corn eiland. Met een houten bootje vaar je er gemakkelijk naartoe.
De onderwaterwereld wordt gedomineerd door zeewier, roggen en heel veel felgekleurde vissen. Twee rode sprieten steken uit een rots steken. Al snel zie je dat het een grote kreeft is.
Na een middag duiken vaar je terug naar Little Corn. Vliegende vissen springen langs de boot uit het water. Alsof ze even afscheid van je willen nemen.
Wat is er te doen op de Corn Islands?
- Het Crab Soup Festival is op 27 augustus. Op de Corn Islands wordt daarmee het einde van de slavernij gevierd. Er zijn schoonheidswedstrijden, optochten en natuurlijk veel krabgerechten om van de smullen.
- In het noorden van Big Corn ligt het hoogste punt van het eiland: Mount Pleasant. Beklim deze 113 meter hoge berg en geniet van het uitzicht over de groene bomen en de oneindige zee.
- Op Little Corn Islands is er geen berg, maar een vuurtoren. Deze staat tussen de bomen in het noordwesten. Een lange smalle trap leidt je tot de top, waar je een goed uitzicht hebt over het kleine eiland.
- Hou je niet zo van duiken en blijf je liever boven water? Het gebied om de Corn Islands leent zich uitstekend voor sportvissen. Vang je eigen maaltijd, bijvoorbeeld een barracuda of een rode snapper.
- Op Big Corn splitst de landingsbaan het eiland in tweeën. Twee keer per dag landt er een vliegtuig, de rest van de tijd wordt de baan gebruikt als speelplaats voor kinderen.